maandag 18 maart 2013

Humor in de klas

In het vakblad voor intern en ambulant begeleiders en gedragsspecialisten (jaargang 3, nummer 1) heb ik het artikel Humor in de klas gelezen. Het artikel is geschreven door Gerard de Jong.

Plezier in lesgeven en in de omgang met leerlingen vormt de basis voor goed onderwijs. Het gebruik van humor is daar onlosmakelijk mee verbonden.

In dit artikel wordt uitgegaan van de volgende definitie voor humor: Humor is een reactie op een gebeurtenis die als grappig wordt ervaren. Deze reactie bestaat uit een gevoelde emotie (vrolijkheid), uit typerend gedrag (lachen) en leidt tot een speelse niet-serieuze gemoedstoestand.

Over het algemeen spelen twee elementen een rol bij gebeurtenissen die men als grappig ervaart.
Op de eerste plaats moet er sprake zijn van bisociatie. Dit is een preces waarbij twee elkaar uitsluitende referentiekaders plotseling en onverwacht samenvallen. De clou van een mop is hier een voorbeeld van.
Op de tweede plaats moet er sprake zijn van een opgebouwde emotionele spanning.

Humor creëert een niet-serieuze gemoedstoestand. Deze gemoedstoestand kenmerkt zich door een combinatie van gedachten en emoties waarbij men zichzelf en de wereld om zich heen vanuit een relativerend en speels gezichtspunt ziet.

Vooral in de volgende situaties passen leerkrachten vaak humor toe:
1. Om feedbacht te geven die anders niet geaccepteerd zou worden.
2. Om de vertrouwensband met een leerling te versterken.
3. Om spanning en stress hanteerbaar te maken.
4. Om de aandacht te krijgen en vast te houden.
5. Om de groepscohesie te versterken.

Door het creëren van speling, door van het geplande pad af te wijken, door onvoorspelbare, creatieve en grappige dingen te doen, worden doelen haalbaar die anders onbereikbaar bleven. Onderwijs is mensenwerk en mensen werken met plezier samen als er zo nu en dan iets te lachen valt.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten